Elke week interview ik iemand uit de theaterwereld en deze week is Marieke Nijmanting aan de beurt. Zij staat bij ons bekend om haar boeken Gekkenhuis, Gezina Bobbeldina en Anne Frank.
“Ik ben begonnen met schrijven om verschillende redenen. Er zat te veel in mijn hoofd wat eruit moest. Anders was het misschien totale chaos geworden daarbinnen.
Ik leef mijn leven graag in verschillende lagen. Alleen het dagelijkse is me te saai en ook te zwaar. Ik heb andere werelden nodig om me te vermaken en voor escapistische nood.
Ik verdiep me graag in onderwerpen. Maar hoe hou je al die opgedane kennis vast? Mijn geheugen schiet hierin te kort. Daarom moet ik er iets mee doen om het op die manier vast te houden. Mijn boeken fungeren als externe harde schijf.
Ik haal mijn inspiratie uit mijn fantasie, de wetenschap, andere makers (kunstenaars, schrijvers, theater, film) en het leven zelf.
Voor mijn fictiewerk komen er altijd drie lijnen samen. Eén: een onderwerp waarin ik me verdiep, zoals iets filosofisch, politieks of uit de geschiedenis. Twee: een psychologisch thema. Drie: een verhaal dat zomaar opkomt. Die drie ingrediënten pruttelen dan een tijdje samen en dan komt er op een gegeven moment een coherent geheel uit. Daarna maak ik een raamwerk, met hoofdstukken en grote lijnen. Vervolgens laat ik die los als ik begin met schrijven en kijk ik wat er van het raamwerk over blijft. Soms gaat een personage nu eenmaal een andere kant op dan ik had bedacht.
Voor m’n non-fictie boeken lees ik eerst honderden boeken. Het raamwerk dat daaruit volgt blijft meestal intact.
Bij m’n toneelstukken gaat het ongeveer als volgt: Ik lees veel klassiekers. Daar komen soms zulke interessante personages en plots in voor dat ze blijven hangen. Op een gegeven moment gaan die personages en verhaallijnen uit verschillende boeken met elkaar aan de haal, in mijn hoofd, en ontstaat er een nieuw verhaal. Alice duikt vanuit haar Wonderland op in de Kerstentuin van Tsjechov. Faust (Goethe) en Odysseus (Homerus) worden vrienden. Dorian Gray (Oscar Wilde) krijgt een affaire met Narcissus (Ovidius).
Het schrijven heeft ervoor gezorgd dat ik niet gek ben geworden (denk ik). Het maakt alles rijker en voller en zet tegelijkertijd de zaken op een rijtje.
Wat is mijn favoriete boek of toneelstuk? Een onmogelijke vraag. Zoveel. East of Eden van John Steinbeck, de recente geïllustreerde versie van zijn Of Mice and Men van Rebecca Dautremer is ook top. Millroy the Magician van Paul Theroux. Alle poëzie van Erik-Jan Harmens. Wolgakinderen van Guzel Jachina. Marieke Lucas Rijneveld, Virginia Woolf, Charlotte Mutsaers. Hoe Tortot zijn vissenhart verloor van Benny Lindelauf en Ludwig Volbeda. Alles van Shakespeare, Astrid Lindgren, Haruki Murakami en Herman Hesse. De schrijfstijl van Tom Lanoye, zijn bewerkingen van Shakespeare zijn geweldig. Graphic novels: Blast van Manu Larcenet en ook zijn bewerking van Philippe Claudels Brodeck’s Report; The Arrival van Shaun Tan.”
Tips van Marieke
Voed jezelf. Met boeken, muziek, theater, kunst.
Zoek nieuwe verbanden tussen verschillende onderwerpen.
Kies onderwerpen waar je een ambigue mening over hebt. Als je ergens al van overtuigd bent is het niet zo interessant meer.
Luister vooral niet naar anderen.
Bezoek hier haar eigen website.