portret Jibbe Willems

Ernesto Interviewt: Jibbe Willems

5 mei 2021

Elke week interview ik iemand uit de theaterwereld en deze week is Jibbe Willems aan de beurt. In 2003 studeerde hij af van de Toneelacademie in Maastricht, werkt nu al een behoorlijke tijd als toneelschrijver en heeft voor zijn werk de nodige prijzen gewonnen – zoals De Gouden Krekel voor Jabber – en nominaties voor onder andere de Toneelschrijfprijs (Waar het vlakke land gaat plooien en De Poolse bruid).

“Toen ik begon met schrijven heb ik me helemaal niet afgevraagd waarom ik dat deed. Ik wilde het doen. Ik vond het leuk. Ik weet nog vaag dat ik genoot van de macht die je als verteller over je verhalen én over je toehoorders had, maar later begreep ik dat je verhalen ook de macht over jou kunnen krijgen. Aan de ene kant is de schrijver de god in zijn eigen universum, aan de andere kant gebeurt het vaak genoeg dat zijn personages zijn bestaan ontkennen en hun eigen gang gaan. Maar ook dat kwam pas later.
Het eerste verhaal dat ik bewust schreef om gepubliceerd te krijgen (in de schoolkrant van de Arnhemse Montessorischool, we hebben het over de jaren tachtig), ging over een muis die leerde schaatsen omdat er een kat achter hem aanzat. Hij moest wel; anders zou hij worden opgevreten. Hij kon niet anders. En misschien was dat verhaal wel een metafoor, maar daar was ik mij toen natuurlijk nog niet van bewust.”

Ik vroeg aan Jibbe waar hij zijn inspiratie vandaan haalt: “Inspiratie is een vreemd woord. Alsof de muzen bij je langskomen om je ideeën in te blazen. Klinkt leuk natuurlijk, handig ook, maar ik geloof niet dat een goddelijke adem je van materiaal komt voorzien. Inspiratie komt, denk ik, omdat je dingen met elkaar verbindt en door die verbindingen misschien nieuwe dingen ziet, of maakt, interessante combinaties die elkaar versterken, juxtaposities die prikkelende associaties opleveren. En hoe beter je je databank met indrukken gevuld hebt, hoe meer verbindingen je kan maken. Dus door indrukken op te doen versterk je je creatieve intelligentie. En die indrukken kunnen overal vandaan komen. Gesprekken met vreemden, gesprekken met verwanten, gesprekken met medemakers, lezen, veel lezen, veel verschillende dingen lezen, naar voorstellingen gaan, naar de bioscoop, televisie kijken, naar musea gaan, dingen niet begrijpen, dingen denken te begrijpen, dingen toch niet begrijpen, naar het café gaan, door het bos wandelen (en verdwalen: want je moet jezelf altijd de mogelijkheid geven te verdwalen), poëzie lezen, fictie, non-fictie, sciencefiction lezen, andere steden bezoeken, andere talen beluisteren, muziek, veel muziek, maar ook stilte, door de stad wandelen – stil in de vroege ochtend, rustig na een avondklok, chaotisch op koopzondag, apocalyptisch met koningsdag –, langs het strand wandelen, staren, niks doen, sporten, rennen, fitness, koken, eten, kranten lezen, strips ook, jonge dichters horen voordragen, zonder onderscheid te maken in lagere en hogere kunst wel proberen de breedte en diepte van de verschillende vormen te bestrijken en daar plezier in proberen te vinden, proberen je te verhouden tot de wereld om je heen en de mensen om je heen, nou ja, kortom: indrukken opdoen, verbindingen maken.”

Ik vroeg: Heeft u een plan voordat u gaat schrijven of schrijft u ‘uit de losse pols’ om het zo maar te verwoorden? “Allebei, als dat mogelijk is. Ik probeer voor mezelf altijd twee opdrachten te formuleren als ik aan het denken ben over een nieuw project. Dat klinkt heel streng en strak, maar het is niet per se een huiswerkopdracht die ik mezelf geef, meer twee richtingaanwijzers die ik altijd weer op kan zoeken als ik verdwaal. Ten eerste de inhoudelijke opdracht: waar wil ik dat het over gaat, welk thema of welke thema’s onderzoek ik, wat zijn de bronnen? Ten tweede de vorm-opdracht: omdat ik geloof dat vorm inhoud ís, probeer ik in ieder stuk dat ik schrijf ook een onderzoek aan te gaan naar de taal die de personages spreken. Omdat taal iets zegt over de personages, over de manier waarop zij leven of in het leven staan, over de wereld waarin zij zich begeven. Dat kunnen taalexperimenten zijn, poëtische vormen, maar ook subtielere manieren van hoe de personages zich uitdrukken. Wat ze wel of juist niet zeggen (hoe iemand niet praat kan net zoveel over iemand zeggen als hoe iemand wel praat). Hierbij ga ik ervan uit dat taal altijd een constructie is, en al helemaal geschreven taal. En dat ik het nastreven van realisme als toneelschrijver (voor mezelf) een onnodige beperking vind.

Je kan je niet verstoppen door je ogen dicht te doen Jibbe WillemsNaast die twee opdrachten probeer ik plotpuntjes te verzamelen. Een startpunt, een dieptepunt, een eindpunt. Die schrijf ik dan als het ware in potlood op. Dan ga ik schrijven, associëren en verdwalen en soms kom ik als vanzelf bij die plotpuntjes terecht, soms ga ik er met een boog omheen en moet ik mezelf terug sleuren naar de routekaart, maar soms ook vind ik een nieuwe route en gooi ik de oude plotpuntjes weg. Want ik geloof in de functie van de anekdote als kapstok om je diepere verhaal aan op te hangen (over mensen, hoe ze met elkaar omgaan en hoe ze zich verhouden tot de wereld), als manier om je publiek aan je verhaal te binden dus, maar het is een hulpmiddel, geen doel. Dus als de anekdote moet veranderen om je verhaal te vertellen dan is dat geen probleem. Ik heb dus een plan wanneer ik ga schrijven, en uitgangspunten in vorm en inhoud. Dan ga ik schrijven en al schrijvende denk ik, en al denkende schrijf ik. En ondertussen hoop ik dat ik uit de losse pols kan verdwalen, want het onverwachte kan je niet plannen.”

UITVINDER EN SCHRIJVER
“Heeft schrijven mijn leven veranderd? Zolang ik me kan herinneren wil ik schrijver worden. En uitvinder, maar dat vind ik op de een of andere manier hetzelfde. Maar hoe word je dat? Sommige mensen zeggen (denken, willen, hopen) dat je geen schrijver wórdt, maar dat je een schrijver moet zíjn. Ik geloof dat de wereld vol zit met mensen die graag iets willen zijn, zonder de moeite ervoor te willen doen om het ook te worden. Het is misschien een flauwe discussie, het verschil tussen iets worden en iets zijn, en het komt natuurlijk altijd weer neer op een definitiekwestie (de beste manier om ieder gesprek de nek om te draaien). Maar één ding is zeker; schrijver kan je alleen worden (of zijn) door het te doen. Door te schrijven. Maakt niet uit of het goed of slecht is (het meeste van wat je schrijft is niet goed, maar dat is prima), maar schrijf. Want wie niet schrijft, is of wordt sowieso geen schrijver.
Ik denk niet zozeer dat schrijven mijn leven veranderd heeft, maar dat het mijn leven heeft gedefinieerd, wat nogal hoogdravend, koket en dweperig klinkt maar wat ik tamelijk feitelijk bedoel; de dingen die ik heb gedaan om te komen waar ik ben als schrijver, heb ik gedaan om te komen waar ik ben als schrijver. Soms bewust, vaak onbewust, maar redelijk consistent met hetzelfde doel: schrijver worden. En dat proces blijft een worden, een ontwikkelen, een zoeken en onderzoeken.”

Wat is uw favoriete boek, vroeg ik Jibbe: “Dat is een onmogelijke vraag met een per moment veranderend antwoord. Ik heb geen idee wat mijn favoriete boek is. Ik heb er zoveel. Ik kan me ook erg verheugen op boeken die ik nog niet heb gelezen. Ik ben erg benieuwd naar het nieuwe boek van Elfie Tromp, Pièta. Dat verschijnt 25 mei.”

TIPS VAN JIBBE (voor jonge schrijvers)
• Schrijver bén je niet, schrijver wordt je. En dat kan maar op één manier: door te schrijven.
• Maak meters. Wie geen meters maakt komt nooit vooruit. Dus schrijf.
• Vorm is inhoud:
  denk na over taal,
  taal is mens,
  taal is wereld.
• Laat je niet beperken door het realisme.
• Anekdote is een kapstok, geen einddoel.
  (Maar niet onbelangrijk: zonder kapstok valt je jas op de grond.)
• Doe indrukken op, zo kan je meer verbindingen maken.
• Maak verbindingen, ook onlogische, ook onmogelijke.
• Verheug je op boeken die je nog niet gelezen hebt.
• Durf te verdwalen.
• Probeer niet te voldoen aan de verwachtingen van anderen.

Jibbes nieuwe bundel (Je kan je niet verstoppen door je ogen dicht te doenis vanaf 7 juni te koop in de theaterboekhandel!