Woyzeck is een jonge soldaat met een moeilijk leven, verdient niet veel. Hij woont samen met Marie en een kind en tracht hen beiden te onderhouden. Daarvoor laat hij zich ook gebruiken als proefkonijn van een experimenteerlustige dokter en wordt hij uitgebuit door een garnizoenskapitein die hem kleine opdrachten geeft. Wanneer Marie een verhouding begint met een tamboer-majoor, doodt Woyzeck haar ten slotte uit jaloezie en pleegt zelfmoord.
Voor het verhaalmateriaal deed Georg Büchner een beroep op de waargebeurde geschiedenis van de soldaat Johann Christian Woyzeck, die na de moord op zijn vriendin Johanna Christiane Woost op 2 juni 1821 en zijn gevangenschap op de markt van Leipzig met het zwaard ter dood werd gebracht (27 augustus 1824). Büchners interesse ging vooral uit naar het feit dat er aan de veroordeling van Woyzeck een discussie voorafging in welke mate Woyzeck toerekeningsvatbaar kon worden verklaard. Een van de centrale thema’s in het stuk is de vraag in welke mate de maatschappelijke druk medeverantwoordelijk is voor de labiele psychische toestand waarin Woyzeck is terechtgekomen. (wikipedia)