Deze tweede bundel van de Vlaamse auteur en theatermaker Arne Sierens bevat zeven ‘partituren’: Dozen, Juffrouw Tania, Moeder & Kind, Bernadetje, Napels, Mijn Blackie en Allemaal Indiaan. Al deze teksten kwamen ‘op de vloer’ tot stand in voortdurende samenspraak met respectievelijke co-regisseurs Johan Dehollander en Alain Platel en zijn in hoge mate ‘meegemaakt’ door hen en de spelers. Vandaar ‘Sierens & Co’.
Gemeenschappelijk bij elk maakproces was telkens: geen op voorhand geschreven stuk, een veelheid aan bronnen en ‘persoonlijk’ materiaal, lang improviseren, hoge mate aan werkelijkheid, sampling, readymade, veel muziek, magische momenten en assemblage.
Waar de stukken met Johan Dehollander eerder de epische kant uitgingen, en uit de samenwerking met Alain Platel een ongewone mix tussen theater en dans ontstond, scharnieren ze allemaal op de fascinerende overgang tussen de waanzinnige vrijheid van de verteller en het pure aangrijpende corporele.